Nog Even Dit

Ik erger me ontzettend aan het feit dat ik na honderd pogingen nog steeds Laat het vanavond gebeuren van de Dijk niet binnengesleept krijg. Iedere keer houdt hij er (heel gemeen, want begint hoopvol) na rond de 54 % mee op.
Queued.
Need more sources.
Waiting in line.
Waiting for busy hosts.
Whatever.
Ik hád het lied nota bene gewoon, maar door een crash is het verdwenen. En ik mis het. Niets is zo fijn dan als je totaal van de wereld op de bank zit, je even loeihard Laat het het vanavond gebeuren van de Dijk in je oren hoort tetteren. U zou mij erg blij maken met het betreffende lied in mp3-vorm in mijn postvak. Gaat er iemand toevallig niet verhuizen, bij ouders op bezoek, of in de kroeg hangen dit weekend?

Zo. Gaan we nu weer over tot de orde van de dag. Nacht.

(De briljante tekst, voor het geval u daar nog nooit op heeft gelet.)








Legitimatie

Instanties willen tegenwoordig overal pasfoto's voor. Dus togen wij, na een gezellig dagje VU naar het Amstelstation voor het pasfoto-apparaat. De kruk stond op z'n hoogst en nog kwam het gezichtje van Kind-II niet in het voorgetekende Hier Moet Uw Hoofd In-rondje. Bovenop 2 jassen heeft hij uiteindelijk zelf op de groene knop gedrukt. Hij vond dat hij er goed op stond.

Ondertussen staan wij er redelijk voor. Ook onze pasfoto's zijn gelukt, alleen ik kijk kwaad, de rest blikt uiterst vriendelijk de wereld in. De foto's kunnen uitgedeeld aan al die instanties die ons hoofd willen zien. Niet dat die instanties überhaupt op zo'n pasje kijken, want ik rij al bijna twee maanden met mijn verlopen pasje met de tram mee.

Ik wens u vast een fijn weekend, ik ga even dicht en zie u, hopelijk zonder Murphy aan de andere kant weer terug.






Bizar

Vanochtend stond ik onder douche. Moet ook gebeuren. De telefoon ging. Mijn gordijn is naar beneden gekomen en ik weiger om in m'n nakende niks voor het open raam te gaan staan. Er zijn grenzen aan wat ik blootgeef, zeg maar. Kind-I nam de telefoon op. Sinds hij op uiterst doeltreffende maar ook zeer onbeschofte wijze een belastingman heeft afgepoeierd, spits ik mijn oren als hij praat in de de hoorn. Hij praatte tegen iemand maar ik begreep er niks van. Ik wilde de telefoon. Aan de telefoon merkt namelijk helemaal niemand dat ik druipend in een douche sta.

Haaallllooo, spreek ik met dokter? (mijn achternaam)
Nee, ik heet wel zo maar ik ben geen dokter.
Maar ik moet dringend een dokter spreken en u bent dokter!
Nee mevrouw ik ben geen dokter.
Maar is dit dan adres? (mijn adres met toevoeging en al)
Jawel, daar woon ik maar ik kan u niet helpen.
En dit is toch uw telefoonnummer? (mijn telefoonnummer)
Ja, dat is mijn nummer. Hoe komt u daar eigenlijk aan?
Dat heb ik van mijn dokter gekregen, hij zei dat ik u moest bellen.
Nou, dan heeft hij het verkeerd, ik ben geen dokter.
U bent wel dokter!
Nee, ik ben geen dokter.
Wel!
Niet.
Wel!
Nietus.
Maar ik moet een dokter hebben!
Dan moet u de dokterspost even bellen mevrouw. Zal ik u het nummer even geven?
*hupst druipend naar slaapkamer waar agenda ligt*
Alstublieft, dit is het nummer.
U wilt van mij af!
Ik wil helemaal niet van u af, ik kan u alleen niet helpen.
U bent gewoon wel dokter maar u wilt mij niet helpen!
Bel dat nummer nou maar mevouw, dan komt alles goed.
*Kleng*


Vanmiddag, tram 3
Een meisje praatte tegen een draadje. Het duurt altijd even voordat ik snap dat dat een telefoon is, dus dan heb ik al Sorry, wat zei je? gezegd. Het meisje praatte tegen haar vriendin. Over Ronnie. Ze had Ronnie in Arnhem ontmoet en dat was spannend geweest. Haar eigen vriendje was niet mee naar Arnhem. Ze vond Ronnie eigenlijk leuker dan haar eigen vriendje. Nou èn! Dat moet ik toch weten! sprak ze vinnig tegen het draadje. De vriendin vond er wat van. Waarschijnlijk vroeg de vriendin vervolgens wat er zo leuk aan Ronnie was geweest, want er kwam een hele opsomming van uiterlijkheden. Hij had een goed jasje aan, en zijn haar was leuk, hij was aardig tegen haar geweest en hij had haar telefoonnummer willen hebben. Etcetera. Dat telt tegenwoordig. Weet ik ook veel.
Er was één ding dat niet leuk was aan Ronnie. Ronnie had een zachte-g. Hij praatte met zo'n achterlijke zachte-G!! Dat kán echt zó niet hè!
Hmpf. Wat is er mis met een zachte-g, murmelde ik in mezelf. Maar ik denk dat voor het plannetje dat het meisje voor Ronnie in petto had, hij eigenlijk geen mond open zou hoeven doen. Nou ja, een beetje dan. En daarna zou het meisje weer vlug naar het eigen vriendje rennen. Wedden?







Welja

Het is terug. Hij zit helemaal onder. Midden in die bloody verhuizing die me toch al de keel uithing.
Hoe hard mag je eigenlijk vloeken in het openbaar?







Eer

Kun je als lezer een biografie op juistheid controleren? Nee, natuurlijk niet. Biografen doen onderzoek naar het leven van de betreffende persoon en dat doe ik niet. Ik vertrouw er dan ook op dat wat ik lees, op z’n minst de waarheid voor negentig procent benadert en dat ik feiten krijg voorgeschoteld. Ik lees een biografie omdat het onderwerp mij een interessant persoon lijkt of omdat ik diens werk bewonder of waardeer.

Een tijdje geleden kocht ik dan ook het boek van Rudie Kagie over Boudewijn Büch. Ik had Boudewijn hoog zitten en zijn leven leek me interessant genoeg om er eens op na te slaan. Goed, het boek heeft als ondertitel Een verslag van een mystificatie en niet De biografie van Boudewijn Büch. Maar achterop het boek lees ik dat het hier een biografische schets betreft, dus ik verwacht toch een verslag van A naar B, feiten en jaartallen, anekdotes en foto’s. Zoiets al Annejet van der Zijl over Annie M.G. heeft gemaakt. Dat was een mooi en liefdevol boek.

Al na een bladzijde of dertig word ik een beetje ibbelig van de teksten van meneer Kagie. Hier is duidelijk iemand aan het woord die Boudewijn niet erg hoog achtte en ik lees het ene nare verhaal na het andere. Dat steekt, voor een lezer en bewonderaar. Heb ik het dan al die tijd helemaal verkeerd gezien als ik Boudewijn voorbij zag komen? Ben ik in zijn charme-offensief getrapt en was hij in wezen de zure, neurotische en leugenachtige man die Kagie beschrijft? Dat het geen engel was had ik zelf ook wel kunnen bedenken, maar doet dit boek wel recht aan wie hij was? Daar krijg je dan geen antwoord op. Meestal.
Maar dit keer kreeg ik wél antwoord.

Er kwam een mail. En nog een mail. En een interview. Van een bijzonder kwaaie en verontwaardigde man die mij en de lezers van Het Parool duidelijk wijst op fouten, verdraaiingen en eenzijdigheid. Een man die het kan weten, want die jaren met Boudewijn meeliep en jarenlang foto’s maakte van Boudewijn in al zijn hoedanigheden. Kwaad omdat een vertekend beeld van zijn vriend de wereld is ingeslingerd en verbaasd over het gebrek aan verontwaardiging daarover. Daarmee was de verklaring waarom er geen enkele foto van hem in het boek staat ook eigenlijk al gegeven.

Juist. En dan word ik pissig. Niet omdat ik Boudewijn of Klaas Koppe ken en ik persoonlijk gekrenkt ben, maar omdat ik me als lezer belazerd voel. Je kunt je als schrijver naar mijn mening niet achter een woord als biografische schets verschuilen, om dan vervolgens een zich als biografie lezend boek in de boekhandels te gooien. Iemand die zelf zo’n eenzijdig beeld heeft van zijn onderwerp, moet bij zichzelf te rade gaan of hij wel de aangewezen persoon is voor het monument dat in eerste instantie de bedoeling was.

Klaas Koppe zou samen met Rudie Kagie dat monument gaan maken, maar het liep anders. Kagie schreef het alleen en nu zit ik met de gebakken peren. Of liever gezegd: met een boek waar ik niets van begrijp, waar geen enkele foto van belang in te vinden is, en waar ik blijkbaar de helft maar van moet geloven.
Daar baal ik stevig van. En zonder me te willen mengen in beweegredenen, persoonlijke strijd of achtergronden van de betrokkenen, verwacht ik op korte termijn eerherstel voor Boudewijn. Ik wil een boek met feiten, jaartallen, anekdotes en verhalen die op z’n minst voor negentig procent op waarheid berusten. Een biografie dus. Geen schets, geen afrekening, geen mystificatie maar een biografie van een man die ik interessant genoeg vond om er zijn leven op na te willen slaan. Met foto’s van Klaas Koppe graag. Dat heeft Boudewijn namelijk verdiend. Uitgevers van Nederland: er is werk aan de winkel.


Klaas Koppe website
Interview Het Parool 23 november 2004.
Boudewijn Büch door Rudie Kagie






Melancholie

Kijk. Maarten van Roozendaal is mijn held. Ik heb de man nog nooit kunnen betrappen op een enkel stom lied of waardeloze tekst, dus ik had er zin in vanavond in de Kleine Komedie.

Hela. Waar is de piano? zeiden wij tegen elkaar. Er was geen piano en er kwam geen piano. Maarten stond de halve avond, greep af en toe een barkruk en zijn gebruikelijke opgevouwen benen heb ik dus niet gezien. Ik zag wel ineens een hele band. Niet alleen Egon, maar ook een Michiel, een Jeffrey en een Marcel. Die mogen blijven. Tjongejonge, wat mogen die blijven. Niet dat Egon in z'n eentje al niet een prima muzikale partner-in-crime is, maar dit stel bij elkaar was goon magisch. Goon.
Maarten
Verzamelt Werk in dit nieuwe programma en de teksten staan in een boekje. Dat boekje kon je kopen maar als echte fan had ik dat boekje natuurlijk al. Desalniettemin kwamen er nogal wat liedjes voorbij die ik nog nooit had gehoord en die stuk voor stuk weer wonderschoon waren. Een mooi optreden, en dat was het.

Waarom ik dan nu wordt overvallen door een enorme aanval van melancholie is me dan ook een raadsel. Goed, sommige liedjes nodigen niet uit tot uitbundige meezingsessies, en zijn ronduit somber. Of zielig. Of allebei. Maar zijn sombere liedjes veroorzaakten bij mij tot nu toe gevoelens van ontroering. Of respect. Of allebei. Nog nooit kwam ik van een van zijn optredens vandaan met zo'n grote knoop in m'n maag. Misschien zat die knoop er al langer en werd hij vanavond ineens voelbaar. Ik weet het niet.
Deze avond was er in elk geval geen om nog eens met een goeie borrel na te kauwen. Of met het meegebrachte gezelschap nog eens door te nemen. Dit wordt onverwacht een avond voor een kopje thee en een kruik. Dat is raar, maar het gaat wel gebeuren.

Ondertussen zou ik als ik u was als de sodemieter de speellijst doornemen en kijken of u nog een kaartje kunt bemachtigen. Want zelfs als ook u bevangen wordt door een wolk van melancholie, dan betekent dat wel dat het optreden iets geraakt heeft. En ik neem aan dat dat nog altijd de belangrijkste reden is waarom iemand op een podium gaat staan en weer anderen er naar gaan kijken.






[Archieven]

Zoek: