Hysterie

Ik zat op het muurtje bij het schoolplein en was te vroeg. Er zat gelukkig nog een boterham onder in m'n tas en ik maakte even een digi van de dag. In totaal vijf fotootjes. Niets bijzonders. De wijkagent dacht daar blijkbaar anders over.

Op zijn fiets kwam hij op me afgereden. Hij had een idioot hippe bril op z'n neus en keek daar niet onvriendelijk doorheen. Maar hij wilde wel even weten wat dat met die foto's moest. Waarvoor en voor wie ik die maakte. Ik verslikte me bijna in mijn brood. Pardon? Kunt u dat nog eens herhalen?
De wijkagent legde uit dat het maken van foto's in de openbare ruimte niet zo onschuldig is als het lijkt. Ik overwoog even hem het gegeven digi van de dag uit te leggen, maar ik zag bijtijds dat dat de zaak geen goed zou doen.
U kunt wel foto's maken van gebouwen, zei de wijkagent. Ja? En? En misschien bent u wel bezig om een terroristische aanslag voor te bereiden. En heeft u daar die foto's bij nodig. Ik schoot in een zenuwachtig lachje. Maar ik zie aan uw gezicht al wat voor vlees ik in de kuip heb, lachte de wijkagent vriendelijk. Nadat ik goddank niet was gebombardeerd tot Odette bin Laden, vroeg ik hem of dit allemaal echt & serieus was. Ja, het was bloedserieus. Mensen in Amsterdam worden nerveus van andere mensen in Amsterdam die foto's maken van gebouwen. Dus dan bellen ze de politie. En die gaan het dan onderzoeken. Zeker in een wijk als Amsterdam-Zuid, waar volgens de wijkagent voldoende gebouwen staan die een terroristische aanslag waardig zijn.
Zozo.
Poehpoeh.
Eigenlijk denk ik nog steeds dat ik in een aflevering van Monty Python ben beland. Eigenlijk hoop ik dat stiekem ook, want de werkelijkheid gaat vele malen verder dan de kronkels van Monty Python. Hier rechts kunt u mijn voorbereidingen voor een terroristische aanslag zien. Zomaar bedacht op een vrijdagmiddag, vanaf het muurtje bij het schoolplein. Bent u al bang?







Grote Gruwelzin

Ik weet nu helemaal precies hoe ik de jongens van de helpdesk en werkplekbeheer totaal over de zeik kan krijgen.
Niet door niets van schijven te weten, niet door je 7 mailboxen door elkaar te husselen, niet door nooit te archiveren en niet door belachelijke bestandsnamen te verzinnen. Dat vinden ze allemaal helemaal niet erg, ze lossen graag vanalles voor je op. Aardige jongens, de jongens van de helpdesk en werkplekbeheer. Maar zeg nooit de Grote Gruwelzin hardop.
De Grote Gruwelzin gaat zo:
(Inleiding:) Nou ja, ik snap er ook helemaal niks van, ik weet de helft van de tijd werkelijk niet wat ik doe. (Gruwelzin:) Maar ik heb thuis een Apple en die zijn gewoon veel makkelijker. Daar heb ik dit gedoe nooit.

Ha! Haha!






Prépuber

Een paar sandalen, 2 sweaters, 2 regenjassen. Allemaal kwijtgeraakt. Niet zijn schuld hoor, is gewoon gebeurd. Ik mag daar niet pissig over worden, ik moet hem vertrouwen. Hij let heus goed op, hij weet ook niet waar al die spullen zijn gebleven. Ik hoor mezelf dingen roepen die mij vroeger ook werden gezegd. Let nou 's op! Ik kan toch geen regenjassen BLIJVEN kopen? Als je hoofd niet aan je lijf vastzat, raakte je dat ook nog kwijt.
Hij is naar school. In oude schoenen en een te klein en te koud spijkerjasje. Dat spijkerjasje gaat straks in de pauze uit, want het spijkerjasje is meisjesachtig. Hij snottert en hoest en vanavond wil hij met een dekentje op de bank omdat hij zich niet lekker voelt. Ik kan het verloop al helemaal uittekenen en ik kan het nauwelijks voorkomen. Als je tien bent trek je je eigen plan, en moeders zijn sowieso al wezens van twijfelachtig nut. Ik zal het dekentje vast op de bank leggen en straks gaan we maar weer op zoek naar een nieuwe regenjas. Nummer drie, en ik denk dat ik dit keer een knaloranje met fluorescerende strepen uitzoek. Die hij dan niet aandoet, want zo'n jas is stom. Natuurlijk.






De Kuur

Dag, met odette, ik wil graag een afspraak maken want ik wil een antibiotica/cum-kuur.
Die geven wij niet zomaar.
Dat weet ik.
Want als u een virusinfectie heeft, werkt zo'n kuur helemaal niet.
Dat weet ik.
En antibiotica zijn erg slecht voor je darmflora.
Dat weet ik.
Komt u morgen maar.
Fijn zo.

Dag dokter, *hoest* ik kom voor een antibiotica/cum-kuur.
Die geven wij niet zomaar.
Dat weet ik.
Ik ga u eerst even helemaal onderzoeken en dan wil ik heel veel dingen weten.
Dat is goed.
Daarna ga ik even met de huisarts overleggen, want ik ben in opleiding.
Mooi zo.

M'n oren, m'n keel, m'n longen, m'n neusgaten, m'n slijmvliezen, m'n buik, op z'n kop hangen, klopjes op voorhoofd en jukbeenderen, adem zus in en adem zo uit. Honderd vragen over snot en kleur en hoeveelheid en duizeligheid en misselijkheid en pijnen hier & daar, waarvan de antwoorden allemaal moesten worden uitgetypt.
Ik moet dus nu even overleggen, de dokter komt er zo bij zitten.
Dat is goed, pakt u mijn status er dan ook even bij? Daar kunt u volgens mij een ritme in ontdekken. Ieder jaar 1 keer. Ik loop namelijk al wat langer in dit lichaam rond, maar het is maar een suggestie.

De dokter en de dokter in spé overlegden. Nu moest de dokter in spé honderd vragen beantwoorden. Er kwamen heel veel moeilijke woorden voorbij en de echte dokter was heel streng. Hij zei:
In negen van de tien gevallen wordt totaal overbodig een antibiotica/cum-kuur gegeven.
Dat weet ik.
Antibiotica zijn slecht voor je darmflora en werkt niet bij een virusinfectie.
Dat weet ik.
Jij hebt een virusinfectie maar uit het feit dat je steeds zieker wordt, maak ik op dat je er een bacteriële infectie bovenop hebt gekregen.
Dat weet ik. (o nee, dat zei ik niet, dat dacht ik alleen.)
Je krijgt een kuur, vandaag 2 en de hele kuur afmaken.
Yep. (dat wist ik namelijk ook, maar ik gun iedereen zijn gezag)

Vervolgens kregen de dokter en de dokter in spé een heel gesprek over welk soort antibioticum er gegeven moest worden. Breed spectrum, smal spectrum, whatever spectrum. Het interesseerde me niet meer. Ik had hem binnen. DE KUUR. Met breed spectrum, zo bleek na een tijdje. Hoera! De Hoofdprijs!






[Archieven]

Zoek: