Afkoel-II

Het onweer van vannacht klonk even hard als de koevoet in de voordeur van mijn overbuurvrouw. Ze kon haar huis niet in want haar slot was overleden. Mijn overbuurvrouw is tamelijk doof, dus wij schreeuwden ach & wee naar elkaar. En oplossingen, waaronder dus die koevoet van vrienden. Vanochtend zag ik haar voordeur wijd open staan, dus ik neem aan dat het lawaai van vannacht succes heeft gehad. Maar misschien kan ze haar huis nu niet meer uit. Ik ga het niet vragen, ik ben nog schor van onze vorige sessie.
Voor het eerst in dagen heb ik weer een lange broek aan. Het ultieme campinggevoel. Dat je na een dag met zon en hitte, 's avonds met je broek en sokken voor de tent zit, en dat je je bewust bent van die sokken aan je voeten. Gek, maar ook fijn.







Afkoel




Eten en zwemmen op Blijburg was het beste idee van de dag. En nee, ik ken de meneer hiernaast niet, maar als iemand zwemt met een tamme gans, dan moet ik daar even het fijne van weten. Hij was tam. Dat was het enige dat de vrolijkerd in zijn zwembroek me wist te vertellen. En dat hij nu even in het zand ging zitten want de gans moest opdrogen. Oh. Ik kijk nergens meer van op.






Vrije dag

Alle machines die iets kunnen schoonmaken zoemen door het huis. Voor de rest is het hier een enorme teringbende (sorry, het woord dekt de lading nou eenmaal het beste) en ik ga me daar even niets van aantrekken. Hopla, naar de stad, nodige dingen doen. En samen zweten met Amsterdammers. Jottem! Ik kan toch moeilijk op een handdoekje in de zon gaan liggen. Tssss, het idee.






Thomas V.

Soms weet je wie mensen zijn en ken je ze niet. Zo weet ik ook vaak waar een film over gaat zonder hem gezien te hebben. Of een boek. Ik weet dus van het bestaan van Thomas Verbogt. Ik weet zelfs dat hij uit dezelfde stad komt als ik en ook hoe hij eruit ziet. Vorige week nog fietste hij als een bezetene kauwgum kauwend samen op met de tram waar ik in zat. Lijn 24, Vijzelstraat, Munt. Ha, daar heb je Thomas Verbogt, dacht ik nog. Nog nooit een woord met de man gewisseld of erger, een boek van hem gelezen. Daar ging ik dan maar eens verandering in brengen, bedacht ik in die tram.

Nou sla ik wel vaker wat door, dus kocht ik niet één, maar gelijk drie boeken van meneer Thomas V. Een behoorlijke gok, want voor hetzelfde geld zou ik na vier bladzijden al weten dat zijn boeken en ik nooit zouden matchen.
Van de week begonnen in boek één. We matchen. Thomas is een beetje een Karel Appel-schrijver. Een "Dat kan mijn neefje ook" schrijver, maar daar klopt natuurlijk geen jota van. Het boek gaat nu weer mee in de tas naar het werk. Waarschijnlijk is het veel te warm in de tram om iets anders te doen dan Te Bestaan, maar ik wil weten hoe het volgende verhaaltje gaat. En of er meer van die meesterlijke uitspraken als "Ik heb een grote hoeveelheid lichaam" in staan, waar ik dan weer nogal hard om moet lachen.








Nootjes

Ik ben eruit waarom pistachenootjes nog nét iets lekkerder zijn dan andere nootjes. Je moet er iets voor doen.
Je nagels breken bijvoorbeeld als het gleufje tussen de twee helften eigenlijk te klein is om je nagel tussen te zetten. Of je kies ruďneren als het nootje echt helemaal dichtzit en je het wel tussen je kiezen móet kapotkraken. En dan zijn er ook nog de twijfelgevallen waarbij zo'n helft afbreekt en je met al je nagels zo'n kracht moet zetten om het nootje in stukjes te ontmantelen dat het bijna eng wordt.
Kortom, je moet er iets voor doen. Maar als het groenige nootje dan eindelijk uit zijn schil is gemarteld, dan heb je ook wat. Een pistachenootje. Fijn. Morgen mag ik van mezelf een zak voorgeschilde en zorgvuldig uitgesorteerde studentenhaver kopen. Je kunt tenslotte niet altijd met gedoe bezig zijn.






Uitvinding

Kind-II heeft dit weekend iets uitgevonden. Het is een T-shirt dat je in het water aan kunt houden en waardoor je het niet koud krijgt. Hij heeft ook al een naam voor het T-shirt bedacht: Sea-Shirt. Nou, dat klinkt toch een stuk aantrekkelijker dan wetsuit. Vind ik dan weer.






Blauwe mensen hebben ook gevoel




Het was warm, veel te warm om naar Jeroen Zijlstra en consorten te luisteren in een plakkerig Vondelpark. Zij en ik hadden snel besloten dat wij niet tot het bekende Zijlstra-publiek behoren. In geen velden of wegen leken wij op dronken Indianen of sportieve huisvrouwen. De aanwezigheid van een rasechte Agnes van Peter van Straaten deed de deur dicht. Wij luisterden thuis wel naar de cd en slipperden terug naar ons gezelschap op een kleedje in de schaduw. Op dat kleedje bespraken wij vanalles en besmeerden we brood met tappenade. Ik hou van mijn vriendinnen omdat ze moeiteloos overschakelen van de volledige tekst van Alles heeft een ritme van Frizzle Sizzle naar het belang van koude rosé, om uit te komen op het nut van het vrouwelijk orgasme. Never a dull moment op zo'n kleedje in het park. De teckels van onze Duitse buren keften de halve middag en wij trokken nog eens een blik olijven open.
Na de nodige levensbeschouwingen, die van onze levens welteverstaan, voerde de laatst overgebleven vriendin nog wat stukken brood aan de baby-eend en vertrok even later op haar fiets naar huis. Ik slofte op mijn slippers het Vondelpark uit. Langs verliefde stellen die ik behoorlijk hard op hun bek wilde slaan en dronken hanggroepjongeren op skates of brallend in de struiken. Op het Leidseplein waar mijn tram naar CS zou vertrekken zat ik geruime tijd aan de verkeerde kant van de trambaan te wachten. Toen ik eenmaal doorkreeg dat deze aktie niets ging uithalen, was de Leidseplein-attractie van vanavond (een meisje met twee hoepels) al een tijdje bezig. Er klonk veel applaus, twee hoepels om je middel laten draaien is ook best ingewikkeld. Een meisje naast me was in haar mobiele telefoon druk doende de andere kant te bewegen vooral niet te zeggen dat zij degene was die had rondverteld dat een ander meisje teveel verkeerde pillen slikte. "Je moet gewoon rustig blijven en tegen haar blijven praten", was haar advies. "Maar niet zeggen dat ik dat gezegd heb hoor!"
Op het Centraal Station vroeg ik een vuurtje aan een jongen op het andere bankje. Hij vroeg of ik wilde neuken, maar ik zei dat ik dat even niet met hem wilde doen. De veilige vijftiger met krullend grijs haar naast me las een boek. Hij was bij het hoofdstuk Voorbij het Dikke-Ik. Ik had op slag met hem te doen, omdat hij nogal slank uit zijn korte broek stak.
De veilige vijftiger attendeerde me op bus 26. Bus 26? Geen IJtram vandaag? We liepen samen op naar de vreemde bus aan de andere kant van het perron. Er reed geen IJtram, zei de buschaffeur. Er was geen personeel. Oh. De veilige vijftiger en ik stapten in en bij aankomst van mijn eindhalte groette ik de buschauffeur vriendelijk vaarwel. God, was mis ik die bus en god, wat haat ik die tram.

Het was warm vandaag. Eigenlijk een beetje te warm. Mijn rooddoorstoofd lichaam heeft het over verlangen en gemis, maar de veiligste weg is waarschijnlijk een koude douche, om daarna onder mijn eigen lakentje de nacht in te gaan. Voor u allen die het fijn vindt om na de hitte van vandaag in slaap te vallen met het aller-állerzieligste liedje van Jeroen Zijlstra: klik hier. Voor mensen bij wie warmte salsa-geheupwieg en polonaise-achtige aktiviteiten opwekt: niet klikken. Vooral niet klikken. Morgen weer een nieuwe, warme dag. Onder de airco deze keer.






[Archieven]

Zoek: